Zorgvisie

Visie op begeleiding en ontwikkeling

De zorg die Grasboom Leusden faciliteert, is erop gericht de bewoner te begeleiden naar een zo zelfstandig mogelijk bestaan. Daarnaast streven we ernaar om eenmaal bereikte zelfstandigheid te stabiliseren. We onderscheiden zes aandachtsgebieden waarop ondersteunende en/of activerende begeleiding gegeven kan worden:

  • Wonen
  • Financiën
  • Sociaal netwerk
  • Gezondheid
  • Werk en activiteiten

Iedere bewoner ontvangt individuele zorg die hij/zij nodig heeft, die wordt gefinancierd vanuit het Pgb (Wmo Wlz). Hoe deze individuele zorg eruit ziet, wordt vastgelegd in het individuele zorgplan. Dit zorgplan is de basis voor begeleiding op maat.

Behalve op zelfredzaamheid, is de begeleiding ook gericht op participatie.
Omdat in ons woonproject 12 jongeren wonen, is dit een prachtige gelegenheid om te groeien in sociaal functioneren. Er is gelegenheid tot sociaal contact en de bewoner leert, net als in een gewone woonwijk, wat het betekent om buren te hebben: rekening houden met elkaar en voor jezelf opkomen.

Binnen het woonproject is een gezamenlijke ruimte gecreëerd waar bewoners elkaar kunnen ontmoeten en waar gemeenschappelijke activiteiten plaatsvinden, zoals kooktrainingen, spel, bewonersvergaderingen, filmavonden etc. Het al dan niet (stimuleren tot) meedoen aan deze activiteiten hangt af van de specifieke individuele ontwikkel-behoeften van de bewoner. Ook hier geldt dat we maatwerk bieden. Het meedoen aan deze activiteiten is in geen geval verplicht.

Eigen regie en rol begeleiders en ouders

Werken in de driehoek; Binnen Grasboom Leusden werken we samen in de driehoek: bewoner – begeleider – ouder. De begeleider en de ouder(s) vormen samen de basis van de driehoek. De zorg-professionaliteit van de zorgleverancier en de ervaringsdeskundigheid van ouders vullen elkaar aan. Zij vormen een team. De bewoner staat centraal.

Omdat het begeleidingsproces is gericht op het ontwikkelen van de eigen kracht van de bewoner, ligt de regie van de zorg – zoveel mogelijk – bij de bewoner, in samenspraak met de begeleider. Samen formuleren zij de ontwikkeldoelen die de basis vormen van het persoonlijk begeleidingsplan.

Ouders worden betrokken bij het begeleidingsproces. Om een veilige leefomgeving voor jongvolwassenen met een stoornis binnen het autistisch spectrum te bevorderen, is afstemming nodig tussen de betrokkenen; de jongeren met autisme, de ouders, de begeleiders en andere voor de bewoner belangrijke personen. De begeleider is zich bewust van het belang van het netwerk, hun achtergrond en de waarden van waaruit de bewoner is opgevoed en de kracht van de bewoner.